zondag 19 juni 2011

Evenwicht niet doorbroken in Massakamp; jeugd maakt het verschil

In de achtste editie van de Massakamp tussen Wageningen en ASV, inmiddels een vaste traditie aan het eind van het schaakseizoen, waren beide verenigingen erin geslaagd om een recordaantal deelnemers op te trommelen: aan maar liefst 28 borden werd gestreden om de eeuwige roem.
Het treffen ging vreedzaam van start met een vlotte remise bij Henk Kuiphof, waar al snel dames werden geruild en er weinig spel overbleef. Hein van Vlerken had minder geluk: hij leverde al snel een stuk tegen twee pionnen in en moest vervolgens toezien hoe zijn tegenstander zijn voordeel steeds verder uitbouwde.
Dirk Hoogland trok de stand gelijk door dankbaar het stuk aan te nemen dat zijn tegenstander zomaar in de aanbieding deed. Theo Koeweiden had minder geluk: in een redelijke stelling ging het helaas mis. Robert Naasz won vervolgens overtuigend: hij offerde een pion, maar kreeg overweldigende compensatie wat leidde tot materiaalwinst.
Bij Léon van Tol ontwikkelde zich een spannende en gecompliceerde strijd; hij kreeg wat initiatief, maar een lastige vrijpion op d3 bleek teveel van het goede. Niet veel later moest ook Arif Dundar de handdoek in de ring gooien: hij verloor in het middenspel een stuk en zijn tegenstander won vervolgens in de aanval. Wageningen kwam hiermee twee punten los, maar dat zou niet lang duren.
Ko Kooman speelde een prima partij, won een pion in het eindspel en maakte de klus vakkundig af. Richard van der Wel behandelde de opening niet correct, maar wist op de voor hem zo kenmerkende wijze de bordjes binnen de kortste keren te verhangen en bracht de stand weer in evenwicht. Bij Hendrik van Buren zag het er lange tijd somber uit, maar in een eindspel met twee pionnen minder maar wel met ongelijke lopers (met torens nog op het bord) wist hij toch nog de remisehaven te bereiken.
Tjé Wing Au bracht ASV voor het eerst op voorsprong. Zijn partij ging lange tijd gelijk op, maar in het paarden- en later pionneneindspel bleek hij handiger dan zijn tegenstander. Horst Eder breidde de voorsprong uit; in een positioneel gevecht won hij een kwaliteit en maakte het in het vervolg overtuigend af.
Ook Fred Reulink won; na pionwinst was de zaak nog even onduidelijk, maar zijn tegenstander miste zijn kansen op tegenspel en kwam er niet meer aan te pas. Het comfortabele verschil van drie punten werd een tijdje gehandhaafd, maar in de volgende reeks uitslagen slaagde Wageningen erin de achterstand te verkleinen.
Anne Paul Taal leek een klein voordeeltje te hebben, maar het evenwicht werd nooit echt doorbroken en de partij eindigde in remise. Jan Vermeer kreeg gaandeweg een aardige stelling, maar een fout kostte hem de partij. Ton van Eck won een pion, maar zijn tegenstander kreeg daarvoor in ruil wel erg actief spel; na stukverlies was de partij niet meer te redden.
Bij Bent Schleipfenbauer ontstond een stelling met tegengestelde rokades, maar geen van beide spelers slaagde erin een koningsaanval te lanceren; de partij verzandde in een remise. Ruud Wille kwam goed weg: hij werd langzaam maar zeker weggedrukt, maar hij wist nog net een tegendreiging in de stelling te creëren die zijn tegenstander over het hoofd zag, wat hem ineens een vol punt opleverde.
Martijn Boele had juist weer minder geluk: hij leek een prettig overwicht in het eindspel te hebben, maar een fout kostte hem de partij. Remco de Leeuw bestreed actief de openingszet van zijn tegenstander en weerlegde diens aarzelende spel overtuigend. Nico Schoenmakers kwam geen moment echt in zijn spel, wat resulteerde in pionverlies en een verloren eindspel. Daan Holtackers compliceerde na een mislukte opening de stelling en profiteerde van het aarzelende spel van zijn tegenstander, waarna een combinatie de beslissing bracht.
Gerben Hendriks begon een aanval op de damevleugel, maar langzaam maar zeker raakte hij de controle over de stelling kwijt waardoor zijn tegenstander kon counteren. Siert Huizinga wist de voorsprong weer tot twee punten uit te breiden; geduldig bereidde hij een koningsaanval voor, die doorsloeg zodra de h-lijn open kwam.
Nog vier partijen te gaan om de voorsprong te consolideren, maar Wageningen sloeg in de volgende drie partijen hard terug. Bij Peter Boel ontstond een ingewikkelde strijd met kansen voor beide partijen, maar uiteindelijk bleek zijn tegenstander toch handiger. Guust Homs wist in een ingewikkelde partij een pion te winnen, maar het actieve tegenspel van zijn tegenstander kostte hem teveel tijd waardoor hij uiteindelijk door de vlag ging.
Ruud Verhoef werd geconfronteerd met een interessant kwaliteitsoffer, waar hij in eerste instantie goed op wist te reageren; in het vierde speeluur raakte hij echter van het rechte pad en kwam hij in een verloren eindspel terecht. Zo verdween de voorsprong als sneeuw voor de zon en was het zaak de match niet te verliezen. Remco Menger wist de eer voor ASV te redden. In een boeiende partij leken de kansen nogal op en neer te gaan, maar in het verre eindspel wist hij winnend voordeel te verkrijgen, dat hij niet meer uit handen gaf.
Voor het eerst in zijn historie eindigde de Massakamp in een gelijkspel. Bij de jeugd eindigde de vriendschappelijke ontmoeting tussen de twee verenigingen wel in een beslissing: de ASV-jeugd won met het miniemste verschil en behaalde een 24-25 overwinning.
Het was al met al een zeer geslaagde dag in een prettige sfeer - precies waar het om draait in dit jaarlijks terugkerende evenement. Volgend jaar zal de Massakamp weer in Arnhem gehouden worden, waarin ASV er uiteraard alles aan zal doen om de totaalstand weer in evenwicht te brengen.

Gedetailleerde uitslag Wageningen - ASV: 14-14
1. Sander van Eijk (2370) - Léon van Tol (2191) 1-0;
2. Hotze Hofstra (2182) - Guust Homs (2156) 1-0;
3. Erwin Oorebeek (2099) - Remco de Leeuw (2176) 0-1;
4. Jeroen Franssen (2103) - Peter Boel (2021) 1-0;
5. Kees Stap (2071) - Dirk Hoogland (2134) 0-1;
6. Bert Torn (2152) - Richard van der Wel (2101) 0-1;
7. Jef Verwoert (1990) - Martijn Boele (1985) 1-0;
8. Frans Bonnier (1811) - Fred Reulink (2007) 0-1
9. Martijn Naaijer (1918) - Daan Holtackers (2020) 0-1;
10. Karel Scholten (1882) - Gerben Hendriks (1852) 1-0
11. Robin van Leerdam (1954) - Anne Paul Taal (1943) ½-½;
12. Richard Christians (1805) - Ruud Wille (1911) 0-1
13. Cees van de Waerdt (1946) -Siert Huizinga (1876) 0-1
14. Marco Otte (1799) - Ruud Verhoef (1692) 1-0
15. Maurice van Eijk (1828) - Robert Naasz (1777) 0-1
16. Bartel Dodeman (1809) - Jan Vermeer (1718) 1-0
17. Hein Stallinga (1697) - Nico Schoenmakers (1767) 1-0
18. Albert van der Harst (1650) - Henk Kuiphof (1579) ½-½
19. Gerrit Walstra (1635) - Tjé Wing Au (1772) 0-1
20. Noud Vromans (1650) - Hendriks van Buren (1577) ½-½
21. Jeroen Goedhart (1498) - Ton van Eck (1472) 1-0
22. Jaap Melgers (1581) - Theo Koeweiden (1561) 1-0
23. Wim Wiegant (--) - Horst Eder (1505) 0-1
24. Steef Bijlmakers (1515) - Bent Schleipfenbauer (1039) ½-½
25. Rijk Timmer (1506) - Ko Kooman (1508) 0-1
26. Albert Boshoven (1497) - Remco Menger (1413) 0-1
27 Jan Willem Koekebakker (1431) - Hein van Vlerken (1297) 1-0
28 Henk Bakker (1388) - Arif Dundar (1048) 1-0.